We bevinden ons in een nieuwe zakelijke tijd waarin bedrijven worden geacht het juiste te doen voor alle economische en maatschappelijke belanghebbenden. Als gevolg daarvan hebben de ESG-factoren (milieu, maatschappij en regelgeving) een prominente rol gekregen in bestuursruimtes.
Organisaties hebben uiteraard verschillende prioriteiten bij het nastreven van deze doelen. Grote detailhandelaars voor voedselproducten zijn afhankelijk van plastic verpakkingen die vervolgens in de oceanen terecht komen, en willen zich dus voornamelijk richten op het milieuaspect, terwijl producenten in ontwikkelingslanden zich meer richten op het maatschappelijke aspect.
Ongeacht de verschillen is de koolstofneutraliteit het gemeenschappelijke onderliggende doel waar veel ondernemingen en overheden zich nu op richten. Deze organisaties erkennen dat ze een verantwoordelijkheid hebben om zich niet alleen bezig te houden met de wensen van aandeelhouders en de winst van het bedrijf.
Hoe komt het dat deze nieuwe ethiek zich zo snel verspreidt? Voor een deel is het omdat goede ESG-methodes worden gezien als goede bedrijfsvoering. Energiezuinige bedrijfsactiviteiten leiden vaak tot een goede cashflow, wat betekent dat de jaarlijkse besparingen van een bedrijf hoger kunnen zijn dan de servicevergoeding die ze moeten betalen voor de efficiëntere oplossingen. Daarnaast is de grootte van de CO2-voetafdruk van een bedrijf steeds vaker een factor die deel uitmaakt van het besluitvormingsproces van de consument.
Geld verdienen op basis van ESG
In deze nieuwe omgeving heeft zelfs het aantrekken van kapitaal een groen kleurtje gekregen.
Zie bijvoorbeeld de opkomst van groene obligaties, die worden aangeboden door groene beleggingsfondsen en andere beleggingsinstanties. De World Bank gaf in 2009 als eerste dit soort obligaties uit, en ze zijn in de afgelopen vijf jaar snel in populariteit toegenomen. In 2019 werden groene obligaties uitgegeven met een waarde van 157 miljard US dollar, wat werd besteed aan groene projecten zoals hernieuwbare energie, verontreinigingspreventie, behoud van biodiversiteit, transport en andere doelen. De belastingvoordelen die hiermee gepaard gaan maken dit aantrekkelijk voor uitgevers.